“Gelijk hebben is iets anders dan gelijk krijgen”.
Een gegeven, dat door een advocaat met de regelmaat van de klok wordt ervaren. Tussen “hebben” en “krijgen” staat namelijk (vaak) een proces, waarvan de uitkomst bij voorbaat -per definitie- nooit vaststaat. Als dat wel zo zou zijn, zouden we de rechterlijke macht immers helemaal niet nodig hebben.
Recht is iets anders dan wiskunde: een juridische positie laat zich niet via het principe 1 + 1 = 2 bepalen. Er worden afwegingen gemaakt, die voor een leek (en soms zelfs voor diens advocaat) moeilijk te doorgronden zijn. Bij een proces zit je regelmatig in een wankele boot en moet je roeien met de riemen die je hebt. En soms blijken die riemen niet opgewassen tegen de stroom, die van de wederpartij uitgaat.
Zo speelt in het recht bewijs een cruciale rol. Een partij, die zijn (of haar) stellingen niet kan bewijzen lijdt schipbreuk. Soms al midden op zee, maar soms als de haven al ruim in zicht is.
Een (goede) advocaat schat daarom vooraf de haalbaarheid van het door de cliënt beoogde resultaat in. Dat is méér dan zijn taak: het is zijn plicht.
Dat betekent dat een advocaat u soms moet adviseren áf te zien van een door u gewenste procedure (of een door u gewenst schikkingsresultaat) in een kwestie, waarin u meent het gelijk aan uw zijde te hebben. Als dat gebeurt, denk dan nog eens aan de inhoud van deze column. En hopelijk kunt u dan voor dat advies (enig) begrip opbrengen, in plaats van die advocaat te verwijten dat deze te veel rekening houdt met de belangen van de tegenpartij. Maar frustrerend blijft dat alles natuurlijk wel. Niet alleen voor u als cliënt, maar ook voor ons als advocaat…
Hein Snijders, 6 maart 2023