“Wet Homologatie Onderhands Akkoord”; een wet die mogelijkheden creëert voor het herstructureren van schulden van levensvatbare ondernemingen. De komende tijd een heikel punt en wellicht een goed handvat om faillissementen - en de verregaande gevolgen die deze met zich mee brengen - te voorkomen.
De regeling kan worden vergeleken met de Amerikaanse redelijk bekende “Chapter 11-procedure”.
Momenteel is de wet nog niet in werking getreden; de Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel inmiddels wel goedgekeurd. Op een nog onbekende datum treedt de wet in werking. De wet WHOA zal voor diverse ondernemingen die failliet dreigen te gaan door de coronacrises, maar nog wel levensvatbare activiteiten hebben, een uitkomst kunnen zijn. Faillissementen kunnen op die manier worden afgewend.
De strekking van de WHOA is dat wanneer een schuldenaar insolvent is of dreigt te worden, hij aan zijn schuldeisers een akkoord kan aanbieden. Te denken valt aan voldoening van een deel van de schulden, het omzetten van de schulden in aandelen, uitstel van betaling, et cetera.
Op dit moment kan één crediteur nog steeds roet in het eten gooien en een door hem gewenst faillissement doordrukken; ook al biedt de schuldenaar een regeling aan. Weliswaar dient hij aan te tonen dat de schuldenaar meerdere schulden onbetaald laat, maar de betreffende “andere” crediteuren hoeven voor het noemen van hun schuld als ondersteunende schuld geen toestemming te geven.
De WHOA biedt de mogelijkheid om de meerderheid van crediteuren te laten beslissen en het onderhandse akkoord dwingend voor te schrijven ook aan de niet meewerkende crediteur.
De schuldeisers worden per klasse ingedeeld en dienen per klasse te stemmen over het voorstel. Klassen kunnen bijvoorbeeld bevatten: de hypotheekhouders, de pandhouders, crediteuren met een algemeen voorrecht en concurrente crediteuren. Indien in een klasse een meerderheid van tenminste twee derde, gemeten naar het bedrag van de vorderingen in die klasse, wordt behaald, dan is het akkoord in die klasse aangenomen.
Daarna dient het akkoord door de rechtbank te worden goedgekeurd (gehomologeerd) om bindende werking ten aanzien van alle schuldeisers te verkrijgen. De rechter zal hiervoor toetsen of aan alle procedurele en materiële waarborgen is voldaan. Hiervoor is tenminste een akkoord van één klasse nodig. Een klasse die tegen het voorstel heeft gestemd, kan de rechtbank verzoeken om de homologatie te weigeren, indien in het voorstel zonder goede reden wordt afgeweken van de geldende rangorde van schuldeisers en zij hierdoor in hun belang worden geschaad. Afwijken van de rangorde is bijvoorbeeld te rechtvaardigen als het akkoord ziet op het ongemoeid laten van toeleveranciers en klanten, om op die manier de onderneming draaiende te houden. In dat kader: in beginsel dient tenminste 20% van de concurrente schuldeisers uit het mkb te worden voldaan. Hiermee wordt getracht om een eerlijkere balans tussen de verschillende schuldeisers te creëren (banken zien bij een faillissement veelal 90% van hun investering terug, andere schuldeisers gemiddeld 2%). Vorderingen en rechten van werknemers op grond van de arbeidsovereenkomst blijven overigens van rechtswege buiten het akkoord.
De WHOA maakt het aldus mogelijk om dwarsliggende schuldeisers te passeren, indien de meerderheid van de crediteuren instemt met een schuldenregeling. Hiermee kan mogelijk een faillissement worden voorkomen. Banen blijven behouden en schade bij toeleveranciers en afnemers kan zoveel mogelijk worden voorkomen.
Uw onderneming in zwaar weer? Bespreek met ons de mogelijkheden. Bel: Jan de Jonge, Simon Velthuizen of Frank Smitshoek.
Auteur: Jan de Jonge